7. Aloë vera
Geef elke 3 weken water. Aloë vera heeft weinig water nodig en heeft het liefst een volledig droge grond voordat de volgende watergift plaatsvindt.
8. Rubberplant (Ficus elastica)
Geef elke 1-2 weken water. Rubberplanten hebben liever dat de bovenste 2,5 cm grond is opgedroogd voordat ze water krijgen, zonder dat ze te veel water opnemen.
9. Bostonvaren (Nephrolepis exaltata)
Geef elke 2-3 dagen water. Bostonvarens houden van een constant vochtige, maar ook goed gedraineerde grond om wortelrot te voorkomen.
10. Jadeplant (Crassula ovata)
Geef elke 2-3 weken water. Crassula’s slaan water op in hun bladeren en gedijen het beste met minder frequent water geven, waarbij de grond tussen de gietbeurten mag uitdrogen.
11. Philodendron
Geef elke 1-2 weken water. Philodendrons hebben graag dat de grond iets uitdroogt voordat ze water geven, maar laat ze niet volledig uitdrogen.
12. Engelse klimop (Hedera helix)
Geef elke 1-2 weken water. Klimopplanten hebben een vochtig, maar niet kletsnat, grond nodig. Laat de bovenste laag tussen de gietbeurten drogen.
13. Vioolbladvijg (Ficus lyrata)
Geef elke week water. Vioolbladvijgen geven de voorkeur aan constant vochtige grond en houden er niet van om volledig uit te drogen.
14. Afrikaanse viooltjes (Saintpaulia)