1. Meloensoorten selecteren:
Kies struik- of compacte soorten die geschikt zijn voor containers, zoals de watermeloen ‘Sugar Baby’ of de cantaloupe ‘Minnesota Midget’.
2. Kies containers:
Kies voor grote containers met drainagegaten, zoals halve vaten of kweekzakken, en zet ze op een zonnige plek.
3. De bodem voorbereiden:
Gebruik goed gedraineerde grond die rijk is aan organisch materiaal. Vermijd zware grond.
4. Meloenzaden of -zaailingen planten:
Zaai de zaden binnenshuis vóór de laatste vorst. Zodra de zaailingen echte bladeren hebben en de kans op vorst geweken is, verplant u ze naar potten.
5. Afstand en diepte: