Waarom kan het simpelweg vermenigvuldigen van twee getallen zoveel verwarring veroorzaken? Voor een jongetje heeft wiskunde een bijzonder komische wending genomen. Stel je voor dat je thuiskomt met een 10 voor wiskunde en je vader moet uitleggen dat “3 keer 2” en “2 keer 3” niet helemaal gelijk zijn… volgens de uitleg van de leraar! De humoristische woordenwisseling die ontstaat tussen vader en zoon is een perfecte knipoog naar de kleine absurditeiten van het dagelijks leven.
Een wiskundeles… of een logicales?
Als de vader bevestigt dat “3 keer 2 = 6″ is, lijkt alles duidelijk. Maar als de leraar vraagt ”2 keer 3”, geeft het zelfverzekerde kind hetzelfde antwoord, wat leidt tot een hilarische rekendiscussie. “Wat is het verschil?” roept de vader uit. “Dat is precies wat ik zei!” antwoordt de verbijsterde jongen. Een charmante anekdote die ons eraan herinnert dat leren een bron van plezier kan zijn… en soms ook van gedeelde frustratie.
vervolg op de volgende pagina