Zodra de zon schijnt en het kwik stijgt, vullen terrassen zich razendsnel en zoeken mensen verkoeling aan het strand of in het winkelcentrum.
Maar terwijl velen genieten van het mooie weer, spelen zich in stilte ware drama’s af in parkeerplaatsen door het hele land. Ieder jaar opnieuw verschijnen er berichten over honden die opgesloten worden in snikhete auto’s. Ondanks waarschuwingen van dierenartsen, hulpdiensten en dierenorganisaties lijkt het gevaar nog steeds niet tot iedereen door te dringen.
Een stilstaande auto verandert binnen minuten in een levensgevaarlijke broeikas. Zelfs wanneer het buiten ‘maar’ 24 graden is, kan de temperatuur binnenin al na tien minuten stijgen tot boven de 38 graden.
Na dertig minuten is 50 graden geen uitzondering. De mythe dat een open raampje verkoeling biedt, is ondertussen ontkracht: het luchtverplaatsend effect is te klein om enig verschil te maken. En voor honden, die hun warmte grotendeels kwijt moeten via hun bek en voetzolen, betekent dit levensgevaar.
Veel mensen realiseren zich niet hoe snel het misgaat. Even een boodschap halen of een paar minuten iets ophalen lijkt onschuldig, maar voor een hond zijn dit letterlijk de minuten die het verschil maken tussen leven en dood.
De symptomen van oververhitting laten niet lang op zich wachten: extreem hijgen, kwijlen, trillen of zelfs bewusteloos raken. Zonder directe hulp zal het hart het begeven en is overlijden onvermijdelijk.
De schaduw biedt geen garantie. De stand van de zon verandert continu, waardoor een auto die eerst koel stond binnen de kortste keren volledig in de zon kan staan.
Zelfs een kier in het raam of een waterbakje in de auto is onvoldoende. Wie zijn hond in een stilstaande auto achterlaat, onderschat de ernst van de situatie of stelt gemak boven het welzijn van zijn dier. En dat laatste is simpelweg onvergeeflijk.
Ieder jaar sterven er honden aan hittestress in voertuigen. Het is een pijnlijke dood die eenvoudig voorkomen had kunnen worden.
Dierenartsen slaan al jaren alarm, hulpverleners ervaren frustratie, en omstanders blijven geschokt achter. De mentale belasting bij brandweermensen of agenten die een ruit moeten inslaan terwijl het dier al levenloos is, is groot. Het zijn beelden die hen niet snel loslaten.
Wanneer iemand een hond aantreft in een oververhitte auto, is het toegestaan om hulp in te schakelen. In ernstige gevallen mag men zelfs een ruit inslaan, mits er sprake is van direct levensgevaar en de politie meteen wordt gecontacteerd. De wet erkent dat nood breekt wet. Maar het zou niet zo ver hoeven komen als mensen hun verantwoordelijkheid zouden nemen.
De beste aanpak blijft voorkomen dat het dier überhaupt in de auto belandt. Bij twijfel over het weer of de duur van een activiteit is het simpelweg verstandiger het dier thuis te laten.
Wie écht om zijn hond geeft, plant uitstapjes zó dat het dier niet in gevaar komt. De liefde voor het dier moet zwaarder wegen dan gemak of routine.
Ook supermarkten, tuincentra en winkelketens kunnen een waardevolle rol spelen. Waarschuwingsborden op parkeerplaatsen, meldingen via luidsprekers of zelfs tijdelijke schaduwplekken voor dieren kunnen het verschil maken. Zichtbare herinneringen helpen het bewustzijn te vergroten en maken het onderwerp bespreekbaar bij een breder publiek.
Sociale media dragen ook hun steentje bij. Jaarlijks lanceren dierenorganisaties campagnes met confronterende beelden, statistieken en verhalen van hulpdiensten.
Bekende gezichten uit de dierenwereld roepen op tot actie, en hun volgers delen massaal hun berichten. Maar zolang de mentaliteit “mijn hond kan daar wel tegen” blijft bestaan, verandert er te weinig.