Verwerkingstijd ongeveer 1 uur
Rusttijd ongeveer 1 uur
Totale tijd ongeveer 2 uur
Doe de bloem in een kom. Maak een kuiltje en meng er het voordeeg met een beetje warme melk, gist en een beetje suiker doorheen. Laat het een beetje rijzen, voeg dan de rest van de ingrediënten toe en kneed tot er een glad deeg ontstaat. Laat het nog een beetje rijzen. Verdeel het deeg over een bakplaat (0,5 tot 1 cm dik), steek er met een glas cirkels van ongeveer 8 cm doorsnee uit en laat het opnieuw rijzen.
Rek het deeg in het midden dun uit, zonder dat er een gat ontstaat en laat aan de buitenkant een rand van 2 cm breed over. Je legt ze drijvend in heet frituurvet, giet een eetlepel heet vet in het midden zodat ze niet zinken en bakt ze tot ze goudbruin zijn. Laat uitlekken op een doek. Bestrooi het, terwijl het nog warm is, met poedersuiker of kaneelsuiker.
Vroeger werden de deegstukken bij het vormen over de knie getrokken, zodat ze in het midden dun werden.