De volgende dag zette hij een klein boeketje sneeuwklokjes op de voorbank van zijn bus. Ernaast stond een handgemaakt bordje met de tekst:
“Een plek voor degenen die we vergeten. Maar die ons niet vergeten zijn.”
Sindsdien kijken passagiers met respect naar deze stoel. Sommigen laten een muntje achter. Anderen een glimlach.
En hij rijdt. Langzamer. Voorzichtiger. Omdat hij nu weet dat een simpel gebaar, een oprechte zin, veel meer kan repareren dan we denken.
Elke grootmoeder is iemands moeder.
Soms komen we het verst door langzamer te gaan.