Deeg: Meng bloem, suiker en zout. Los de gist op in water en melk en voeg dit toe aan de bloem met de boter (50 g). Kneed 5-7 minuten tot een glad deeg. Laat het 1 uur rusten in de koelkast.
Boter: Verdeel de 250 gram koude boter over een rechthoek (20 x 15 cm) en leg deze tussen bakpapier. Blijf kalm.
Draaien: Rol het deeg uit (40 x 20 cm), leg de boter in het midden, antwoord. In de lengte uitspreiden (60 cm), gevouwen in 3. 30 min. laten rusten in de koelkast. Herhaal dit 2 keer (totaal 3 rondes).
Vormen: Rol het deeg uit tot een rechthoek (40 x 30 cm, 3-4 mm), snijd het in driehoeken (basis 10 cm, hoogte 20 cm). Rol het op tot halve manen, met de punt naar beneden. Leg het op een bakplaat met bakpapier.
Rijzen: Laat 2-3 uur rijzen bij 25-28°C (het dubbele volume).
Bereiding: Verwarm voor op 200°C. Bestrijken met doure. Bak gedurende 15-20 minuten, tot het goudbruin is.