ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

De foto van het meer: ​​het wachtte acht jaar op mij

In de trein naar huis trilt mijn telefoon. Een onbekend nummer. Een kort sms’je.  “Je bent nog mooier dan toen je 20 was. Ik zag je vanochtend. Maar ik durfde niet. — G.”  Mijn bloed stolt. Hij was er. Hij zag me. En ik herkende hem niet. Ik stuur een berichtje:  “Waarom nu?”  Geen reactie. De volgende twee dagen breng ik door met het kijken naar mijn telefoon. Niets. Toen, op een nacht, om 3:23 uur ’s nachts, een geritsel. Een nauwelijks hoorbaar geluid, vlak achter mijn voordeur. Ik sta op. Ik durf hem niet meteen open te doen. Als ik dat doe, is er niemand. Alleen een nieuw stuk papier, vastgeplakt met een stukje plakband. Een paar woorden geschreven met blauwe inkt, herkenbaar.  “Omdat jij er niet klaar voor was. En ik ook niet. Nu misschien wel.”

En soms is één detail al genoeg…

Ik weet niet of hij terugkomt. Ik weet niet eens of hij echt nog bestaat. Misschien is hij gewoon een geest uit het verleden. Misschien is hij in levenden lijve, een paar straten van mijn huis. Maar één ding is zeker: ik ben niet meer dezelfde. Sinds die foto, sinds dat bericht, sinds dat bankje. Iets is weer opengegaan. Iets wat ik dacht te hebben weggestopt. Misschien is het niet het begin van een verhaal. Of het einde. Gewoon een barst. Een scheur. Waardoor de mogelijkheid om weer overweldigd te worden, weer binnenkomt.

En soms is één detail al genoeg om alles wat we dachten te zijn vergeten, weer wakker te maken.

ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Plaats een reactie