Opeens komt er een jonge vrouw aanrennen , gekleed in een korte broek en een sportbeha . Deze scène trekt de aandacht.
– Leon , terwijl hij zijn wenkbrauwen optrekt: “Nou, ze is charmant, nietwaar?”
– Maurice , met een glimlach: “Oh ja… We raken nooit uitgekeken op schoonheid, ongeacht onze leeftijd. »
De hardloper ziet ze, vertraagt en nadert met een misnoegde blik, zichtbaar overstuur.
– De hardloper : “Waarom lach je zo, oude flirt?” »
Leon voelt zich niet beledigd, maar blijft kalm en antwoordt vriendelijk.
– Leon : “Oh, neem me niet kwalijk, juffrouw. Mijn glimlach was niet misplaatst. Het is gewoon zo dat, ondanks de moeilijkheden van het leven, het zien van een stralende jonge vrouw altijd de dag van een oudere man opfleurt.”
Geraakt door Leons oprechtheid, wordt de hardloper zachter. Ze geeft hem een lichte kus op de wang voordat ze weggaat, licht en gracieus.