Zodra hij haar zag, rende Oslo naar voren, ingetogen maar zichtbaar gelukkig. Hij herkende haar. Hij liep om Léa heen, liep naar de baby toe en streek heel zachtjes met zijn neusje over haar voetje onder de deken.
Léa glimlachte, bewoog en fluisterde zachtjes:
— Hier is je beschermengel, mijn Maël.
En één ding begreep ik: soms ziet een hond al lang voordat wij het doorhebben wat onze ogen nog steeds niet kunnen zien.