In de tijd dat de industrie bloeide, was het oliekannen een onmisbaar instrument. Het was gemaakt van metaal, soms koper of messing, en werd gebruikt om olie op te vangen en aan te brengen op mechanische onderdelen. Dankzij het fijne, nauwkeurige mondstuk is het mogelijk om moeilijk bereikbare plekken, zoals tandwielen, raderen of scharnieren, te smeren. Door deze actie werd slijtage van onderdelen voorkomen, wrijving verminderd en de levensduur van de machines verlengd.
Kleinere exemplaren werden thuis gebruikt voor het onderhoud van klokken, naaimachines en zelfs fietsen. In werkplaatsen en fabrieken werden vaak grotere modellen gebruikt, aangepast aan de behoeften van motoren en industriële apparatuur.