Toen ik door de deuren van de dorpskerk liep om afscheid te nemen van mijn vader, verwachtte ik getuige te zijn van een plechtig moment, gevuld met stilte en herinneringen. Maar die dag gebeurde er iets. Iets onverwachts, verontrustends. Een vrouw, gekleed in verrassend lichte kleding voor een begrafenis, liep langzaam naar de kist. En daarmee komt een heel verhaal, dat in het verleden was bevroren, weer aan het licht.
De verschijning van een vergeten belofte
Ze moet een jaar of zeventig zijn geweest. Haar voorname verschijning, haar perfect gestreken jurk en haar met emotie omgeven blik lieten niemand onverschillig. Toen haar woorden de stilte verbraken – “Eindelijk heb je me zo gezien, Daniel” – begreep iedereen dat deze vrouw meer droeg dan alleen een enkele outfit: ze droeg een oude liefde die intact was gebleven.
Een romance bezegeld door het lot
Haar naam was Ellen. En zijn verhaal begint vijftig jaar eerder, in de zorgeloze sfeer van een dorpsbal . Een uitgesteld moment, een belofte gefluisterd door een jongen met een blauwe stropdas: dat hij haar op een dag in het wit gekleed zou zien. Toen brak de oorlog uit. Brieven die als hartslagen werden uitgewisseld, levensplannen getekend met blauwe inkt, en toen… stilte. Een officiële brief. Een onbeschrijfelijke pijn. En er begon een rouw zonder een lichaam om om te rouwen, alleen een uitgewiste naam.
vervolg op de volgende pagina