Ergens in het hart van Dubai, tussen de glazen en stalen torens, waar elke straat luxe uitstraalt en de lucht naar geld ruikt, bevond zich een restaurant genaamd de Parel van het Oosten. Het was een plek voor degenen die alles konden bieden behalve medeleven. Hier was elke stoel versierd met gouden draden en was de bediening niet menselijk, maar schaduwachtig.
Maar het was hier, in deze wereld van perfectie, dat Safia werkte, een vrouw met donkere kringen onder haar ogen maar met opgeheven hoofd.
Safia werd niet geboren in een rijke familie, maar in een eenvoudig huis in de buitenwijken van Sharjah. Haar vader overleed vroeg, haar moeder was ziek en het meisje nam haar lot in eigen hand voordat ze überhaupt begreep wat een kindertijd was.
Werken als serveerster in zo’n omgeving is niet haar droom, maar het is de enige manier om te overleven totdat de baby geboren is.

Die avond was als elke andere – rumoerig, gespannen, met een eindeloze stroom bestellingen. Maar plotseling rende de manager naar haar toe en griste bijna het dienblad uit haar handen:
– Je bent naar tafel 12 geroepen. Dit is Said al-Mahmoud. Hij wil de beste ober.
Safiya verstijfde. Iedereen kende Saids naam. Rijk, machtig, wreed.
“Ik ben zwanger,” mompelde ze. “Misschien iemand anders?”
“Hij heeft jou gekozen. Maak geen ruzie,” antwoordde de manager. “We kunnen hem niet kwijtraken.”
Toen ze dichterbij kwam, voelde ze zijn minachtende blik – alsof ze geen persoon was, maar een willekeurig stofje in de lucht.
“Ik heb om een ervaren ober gevraagd, niet om een vrouw die op het punt stond te bevallen,” mompelde hij.
“Wat voor circus is dit? Een restaurant of een kraamafdeling?”
Alles in haar trilde, maar haar stem bleef stil. Want ze wist: één woord en ze zou haar baan verliezen. En zonder dat was er geen dak boven haar hoofd, geen dokter, geen kans op een normale bevalling.
“Neem de wijn mee. En mors hem niet. Ik ga je hormonen niet inademen,” voegde hij eraan toe.
Ze ging weg.
– Wacht. Er zijn vandaag journalisten hier. Ze nemen alles op. Hij gaat niet zomaar weg.
“Ik heb zijn straf niet nodig,” mompelde Safiya.

“Ik wil gewoon in alle rust mijn kind op de wereld zetten. Waarom denkt hij dat hij het recht heeft om anderen te vernederen?”
“Kijk naar jezelf,” lachte Said venijnig.
Je kunt nog niet eens een dienblad vasthouden. Waarom ben je hier überhaupt? Een vrouw die buiten het huwelijk zwanger raakt, is al een schande. En om jezelf dan ook nog eens tentoon te stellen…
Safiya keek langzaam op en zei vastberaden:
– Weet je, Said, je kunt alles kopen: auto’s, huizen, zelfs mensen. Maar er is één ding dat je nooit zult krijgen: je geweten.
En op dat moment kwam er een man met een camera de kamer binnen. Met een microfoon. Met een professionele uitstraling. Hij liep rechtstreeks naar hun tafel.
“Said al-Mahmoud, goedenavond,” zei de man met de camera.
vervolg op de volgende pagina