“Ik hield van je voordat je geboren werd. Ik hield van je ondanks alles. Ik zal altijd van je houden.”
Onvoorwaardelijke liefde… eindelijk erkend
Toen Hugo deze woorden las, vloeiden de tranen. Alles viel op zijn plaats. De teddybeer , die ik al die jaren heb bewaard. Tedere gebaren. Oneindig geduld.
Voor het eerst fluisterde hij een woord dat hij nog nooit eerder had uitgesproken: “Mam.” »
Hij keerde regelmatig terug naar zijn graf, niet langer uit spijt, maar uit liefde. Een liefde die hij had begraven, ontkend, maar die nooit was opgehouden te bestaan. Een liefde die, ondanks de onuitgesproken woorden, de pijn en de stilte, de tijd en de dood had overwonnen.