Een man vermoedt dat zijn vrouw hem bedriegt, dus komt hij op een dag vroeg thuis van zijn werk. Zijn vrouw staat voor de deur in een badjas, haar haar in de war. “Waar is hij?” vraagt hij.
“Waar is de man die met je naar bed is geweest?” “Ik weet niet waar je het over hebt, schat,” antwoordt ze, dus de man haalt het huis overhoop op zoek naar hem. Uiteindelijk is hij op de tweede verdieping in de keuken, hij kijkt uit het raam en ziet een man in een Tesla zitten. “Dat is hem,” denkt de man. “Dat is de man die met mijn vrouw naar bed is geweest!” Hij is zo woedend dat hij de koelkast oppakt, uit het raam gooit, een hartaanval krijgt en sterft.

Petrus ontmoet hem bij de hemelpoort. “Waarom ben je hier?” vraagt hij en de man antwoordt: ”Ik wist dat mijn vrouw vreemdging, dus ik kwam vroeg thuis. Ik zag haar vriend op straat in zijn Tesla zitten, gooide de koelkast naar hem, kreeg een hartaanval en stierf.” Petrus fronst zijn wenkbrauwen en zegt: “Jij hoort hier niet. Loop naar de hel.” Hij haalt een grote hendel over, een valluik gaat open en de man verdwijnt.
vervolg op de volgende pagina