3. Pijnstillers en frisdranken
Koolzuurhoudende dranken bevatten koolzuurhoudend water. Ik bedoel, het staat vetgedrukt op het etiket van de fles/het blik.
Koolzuurhoudend water = koolstofdioxide + water (LOL, nee, je voegt niet zomaar koolstofdioxide en water bij elkaar, het moet onder druk worden opgelost en zo).
Wanneer u pijnstillers en koolzuurhoudende dranken samen gebruikt, verhogen de koolstofdioxide en het zuur in de pijnstillers de concentratie van de pijnstillers in het bloed. Dit kan leiden tot toxiciteit die dodelijk kan zijn.
4. Zuivelproducten en antibiotica
Antibiotica zijn medicijnen die gebruikt worden om bacteriën te behandelen en te voorkomen. Voorbeelden zijn tetracycline en penicilline.
Zuivelproducten bevatten veel calcium, waardoor het lichaam deze antibiotica niet kan opnemen. Hierdoor wordt de werkzaamheid van het medicijn verminderd.
5. Druiven en statines
Statines zijn een klasse medicijnen die worden gebruikt om cholesterol te verlagen. Ze hebben, net als de meeste medicijnen, ook bijwerkingen.
Druiven bevatten een chemische stof die de afbraak van statines in de darmen verhindert. Dit leidt tot een hogere medicijnspiegel = groter risico op bijwerkingen.
6. Bladgroenten en bloedverdunners (anticoagulantia)
Anticoagulantia (bloedverdunners) zijn medicijnen die de bloedstolling vertragen.
Nee, ze verdunnen je bloed niet, maar ze voorkomen wel dat bloedstolsels groter worden. Bovendien worden ze gebruikt om beroertes te voorkomen en hartziekten te behandelen. Voorbeelden zijn aspirine en warfarine.
Bladgroenten zijn rijk aan vitamine K – De vitamine
