ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Elke dag en elke nacht zwaaide het kleine meisje aan de overkant naar me. Wat ik ontdekte toen ik eindelijk haar huis onderzocht, deed me versteld staan.

Het was onschuldig begonnen. Toen er nieuwe buren in het huis aan de overkant kwamen wonen, besteedden Laurent en zijn vrouw Céline er niet echt aandacht aan. De bewoners leken discreet en gingen bijna nooit de deur uit. Dit gedrag paste perfect bij Laurent, die de rust in hun buurt waardeerde.

Toch trok iets Laurents aandacht elke dag. Het dochtertje van de nieuwe buren, nog geen vijf jaar oud, stond regelmatig bij het raam en zwaaide naar hem. Een onschuldig gebaar, maar een gebaar dat iets diepers leek te verbergen. Ze staarde hem aan met haar intense ogen, en Laurent kon een vreemd ongemakkelijk gevoel niet onderdrukken, alsof ze een belangrijke boodschap probeerde over te brengen.

Een spookachtig teken

Op een avond, toen Laurent het meisje weer naar hem zag gebaren, deelde hij zijn zorgen met Céline.  “Dat kind gebaren weer naar me,”  zei hij, zijn stem verraadde een lichte trilling. Céline lachte zachtjes en plaagde hem met zijn obsessie.  “Misschien verveelt ze zich gewoon,”  opperde ze, zonder zich te realiseren hoezeer de situatie Laurent verontrustte.

Voor Laurent was het niet zo eenvoudig. De blik van het kind achtervolgde hem, zelfs in zijn dromen. Die nacht had hij een angstaanjagende nachtmerrie: het huis van het meisje was gehuld in verontrustende schaduwen die hem onbegrijpelijke geheimen fluisterden. Hij werd badend in het zweet wakker, zijn hart bonzend.

ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Plaats een reactie