Weet je nog hoe je in de winter naar school moest lopen, ook al leek de wind door je wollen jas te blazen? Misschien was jij wel dat kind dat buiten speelde tot het tijd was om naar huis te gaan, of het nu ging om het bouwen van sneeuwforten of schaatsen op de vijver, waarbij je vingers bijna bevroren, zelfs met handschoenen aan. Voor degenen onder ons die opgroeiden in de jaren 50, 60 of 70 was de winterkou iets waar we gewoon mee moesten dealen. En voor velen van hen was er een speciaal trucje om warm te blijven: ernaast lag een handwarmer met houtskool.
Houtskoolhandwarmers waren al populair voordat er wegwerpwarmtepacks en op batterijen werkende handwarmers op de markt kwamen. Ze waren een geweldige uitvinding voor iedereen die veel tijd buiten doorbracht tijdens de koude maanden van het jaar.
De handwarmer hield je handen niet alleen warm, maar zorgde ook voor comfort. Je moest een stukje houtskool nemen, het in een metalen bakje met viltvoering leggen en het in je zak stoppen. De warmte verspreidde zich voldoende om de handen te verwarmen en, om een of andere reden, de overigens koude winterdagen minder pijnlijk te maken.
