Stel je voor: je rijdt al jaren in dezelfde auto. Hij loopt als een zonnetje, kost weinig in onderhoud en is je trouwe metgezel op weg naar werk, familie of de supermarkt.
Tot die ene dag. Je doet de deur open, ziet een blauwe envelop op de mat en schrikt je rot van het bedrag. De reden? De nieuwe plannen voor de motorrijtuigenbelasting, en die kunnen hard aankomen – vooral voor wie in een ouder model rijdt.
Het kabinet werkt namelijk aan een grondige herziening van de motorrijtuigenbelasting (mrb), zogenaamd in het kader van duurzaamheid.
De belasting wordt straks niet alleen gebaseerd op gewicht en brandstofsoort, maar ook op factoren als CO2-uitstoot, het bouwjaar van de auto en zelfs het voertuigtype. Dat klinkt als een logische stap voor een groener Nederland, maar in de praktijk raakt het vooral de mensen die niet zomaar een nieuwe auto kunnen kopen.
Wie nog rondrijdt in een benzine- of dieselauto van tien jaar of ouder, mag zich opmaken voor een stevige stijging van de maandlasten. Vooral dieselrijders zonder moderne roetfilters krijgen het zwaar te verduren.
Deze voertuigen worden beschouwd als ‘vervuilend’, en dus worden ze zwaarder belast. De overheid wil op die manier milieuvriendelijk gedrag stimuleren, maar voor veel mensen voelt het als een straf voor iets waar ze geen invloed op hebben.
En dat wringt. Want laten we eerlijk zijn: de mensen die nog in een oudere auto rijden, zijn vaak juist degenen die géén geld hebben om zomaar een elektrische auto aan te schaffen.
Jongeren, gezinnen met een klein inkomen of ouderen die enkel korte afstanden rijden, vormen de grootste groep die hierdoor getroffen wordt. Voor hen is dit geen groene revolutie, maar een financiële klap die hun mobiliteit bedreigt.
Elektrisch rijden wordt door de overheid gezien als dé oplossing. Maar dat ideaalbeeld botst met de realiteit. Tweedehands elektrische auto’s zijn nog altijd duur en de laadinfrastructuur buiten de randstad laat veel te wensen over.
Wie geen eigen oprit heeft, kan bovendien geen laadpaal installeren. In flatgebouwen of rijtjeshuizen zonder vaste parkeerplek is overstappen op elektrisch rijden simpelweg geen optie.
Steeds meer mensen vragen zich dan ook af of deze maatregel werkelijk draait om het milieu, of vooral om het spekken van de staatskas. De overheid heeft jarenlang het autobezit juist gestimuleerd, onder andere met belastingvoordelen voor leaseauto’s en diesels. En nu ineens is dat verleden een last geworden. Alsof de burger moet boeten voor beleid dat hij niet bepaald zelf heeft bepaald.
Volgens eerste berekeningen kunnen de kosten voor sommige modellen met tientallen euro’s per maand stijgen. Een gezinswagen uit 2010 die nu €50 per maand kost aan mrb, kan straks makkelijk boven de €80 uitkomen. En dat terwijl deze auto’s vaak nog in uitstekende staat verkeren en moeiteloos door de keuring komen.
De impact blijft niet beperkt tot automobilisten. Ook de tweedehandsmarkt zal rake klappen krijgen. Als oudere auto’s door de hogere belasting minder aantrekkelijk worden, daalt hun waarde. Gevolg: een dalende vraag en een overschot aan voertuigen die technisch nog prima functioneren.
Veel van die auto’s zullen uiteindelijk verkocht worden naar landen in Oost-Europa of Afrika, waarmee het milieuprobleem simpelweg wordt verplaatst in plaats van opgelost.
Wat kun je nu al doen? De nieuwe regels zijn nog niet officieel ingevoerd, maar alle signalen wijzen erop dat ze eraan komen. Als je nadenkt over een nieuwe auto, kies dan slim. Een hybride of zuinige benzinewagen met lage CO2-uitstoot kan op de korte termijn een verstandige keuze zijn.