Meng in een grote kom het warme water, de droge gist, suiker, plantaardige olie, ei, yoghurt en zout totdat alle ingrediënten zijn opgelost.
Voeg geleidelijk het tarwemeel toe en meng het geheel goed met een spatel.
Kneed het deeg 4 tot 5 minuten op een met bloem bestoven werkblad, tot het glad en niet meer plakkerig is.
Vet een kom in met plantaardige olie, leg het deeg erin, dek het af en laat het 45-50 minuten rijzen.
Verdeel het deeg in twee gelijke delen en rol er balletjes van. Bedek het met een doek en laat het 10 minuten staan.
Rol elke bal uit tot een rechthoek van 30 x 40 cm. Bestrijk elk broodje met 60 gram zachte boter.
Vouw het deeg dicht als een envelop, bestrijk het nogmaals met olie en vouw het nogmaals dicht. Laat het deeg 25 tot 30 minuten rusten.
Rol het deeg opnieuw uit tot rechthoeken van 30 x 40 cm. Voor de klassieke versie bestrooit u het met kaneel en suiker. Voor de chocoladeversie, bestrooi met cacao en suiker.
Snijd elke rechthoek in 2,5-3 cm brede repen, draai ze in elkaar en leg ze in ingevette ovenschalen.
Laat de Cinnabons nog 25 tot 30 minuten staan.
Verwarm de oven voor op 180°C. Bestrijk de Cinnabons met een mengsel van eidooier en melk.
Bak gedurende 28 tot 30 minuten. Bedek het gerecht indien nodig de laatste 4 tot 5 minuten met aluminiumfolie of bakpapier om aanbranden te voorkomen.
Terwijl de Cinnabons bakken, bereid je de room door de boter, roomkaas en poedersuiker 3 tot 4 minuten te kloppen.
Verdeel de room over de warme Cinnabons.
