Voordat u begint met het bereiden van de kersenclafoutis, verwarmt u de oven voor op 200 graden. Bestrijk een cakevorm royaal met boter en bloem. Smelt de boter en laat deze afkoelen tot kamertemperatuur.
Doe de eieren in een kom en klop ze los met een garde. Voeg de gezeefde bloem toe en blijf met een garde mixen tot er een glad, klontvrij deeg ontstaat.
Roer de gesmolten boter een aantal keer door elkaar, blijf roeren. Voeg vervolgens afwisselend de kristalsuiker en de melk toe, tot alle ingrediënten op zijn. Voeg tot slot de vanille en kirsch toe aan het kersenclafoutismengsel.
Verdeel de ontpitte en hele kersen over de bodem van de pan (de bodem moet bedekt zijn) en giet het mengsel eroverheen.
Bak de kersenclafoutis gedurende 10 minuten op 200 graden. Verlaag daarna de temperatuur naar 180 graden en smeer een paar klontjes boter over de bovenkant van de taart.
Bak de cake nog eens 25 minuten, of tot de cake droog eruit komt als je er een tandenstoker in prikt. Bestrooi de nog warme kersenclafoutis met kristalsuiker.
U kunt de clafoutis warm of lauw serveren, eventueel met een bolletje ijs of een beetje slagroom, maar koud is hij ook heerlijk.
