ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Kleine Jan zakte volledig voor zijn wiskundetoets.

“Nou en?” ” antwoordde zijn vader. “Dinsdag zei ze tegen ons 4+4=8, en woensdag zei ze 6+2=8,” legde het kind uit. “Als zij niet weet wat acht is, hoe moet ik dan het juiste antwoord weten? »

ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Plaats een reactie