De uitdrukking 6 ÷ 2(1 + 2) is controversieel, maar laten we eens kijken waarom het juiste antwoord 9 is als we de klassieke wiskundige regels volgen.
Decodering van de berekeningsstappen:
Stap 1: Los de haakjes op
Laten we beginnen met het vereenvoudigen van de uitdrukking tussen haakjes:
1 + 2 = 3
De uitdrukking wordt dan:
6 ÷ 2(3)
Stap 2: Vermenigvuldigen en delen (volgorde van links naar rechts)
De fundamentele regel van wiskunde is het volgen van de volgorde van bewerkingen , bekend onder de acroniemen PEMDAS of BODMAS , die staan voor:
- P/B = Haakjes
- E/O = Exponenten of Orden (machten, wortels)
- MD = Vermenigvuldigen en delen (van links naar rechts)
- AS = Optellen en aftrekken (van links naar rechts)
Belangrijk: Vermenigvuldigen en delen worden op hetzelfde niveau behandeld en moeten in de volgorde worden uitgevoerd waarin ze van links naar rechts voorkomen.