Ik herinner me nog goed dat ik als kind een duidelijk litteken zag op de arm van mijn moeder. Het zit hoog, dicht bij haar schouder, en ziet eruit als een ring van kleine inkepingen in haar huid rond een grotere inkeping.
Vraag me niet waarom dat zo specifiek mijn aandacht trok al die jaren geleden; ik weet het niet meer. Ik herinner me alleen dat het zo was, maar zoals zo vaak het geval is, vergat ik in de jaren daarna een beetje dat het bestond.
Nou ja, ik ben natuurlijk niet vergeten dat het bestond (het zit natuurlijk nog steeds op dezelfde plek als altijd), maar ik ben wel vergeten dat ik op een gegeven moment gefascineerd was door de oorzaak ervan. Misschien heb ik het ooit aan mijn moeder gevraagd en heeft ze het uitgelegd. Maar als dat zo was, ben ik dat ook vergeten.
Totdat ik een paar jaar geleden op een zomer een oudere vrouw uit de trein hielp en ik toevallig hetzelfde litteken zag, op dezelfde plek als dat van mijn moeder.
Mijn interesse was gewekt, maar omdat de trein op het punt stond door te denderen naar mijn bestemming, kon ik haar niet echt vragen naar de oorsprong van haar litteken.
In plaats daarvan belde ik mijn moeder en zij onthulde dat ze het me meer dan eens had verteld – mijn hersenen vonden het antwoord duidelijk niet belangrijk genoeg om te onthouden – en dat haar litteken was ontstaan door het beroemde pokkenvaccin.
Pokken is een virale, besmettelijke ziekte die ons mensen ooit heeft geterroriseerd. Het veroorzaakt een aanzienlijke huiduitslag en koorts, en tijdens de meest welig tierende uitbraken in de 20e eeuw doodde het volgens de Centers for Disease Control and Prevention naar schatting 3 op de 10 slachtoffers. Veel andere patiënten bleven verminkt achter.
Dankzij een succesvolle, wijdverspreide toepassing van het pokkenvaccin werd het virus in 1952 “uitgestorven” verklaard in de Verenigde Staten. In 1972 maakten pokkenvaccins zelfs geen deel meer uit van de routinevaccinaties.