1. Veeg direct na gebruik af.
Het beste moment om een gietijzeren pan schoon te maken is kort na het koken, terwijl deze nog warm is. Gebruik een harde borstel of een plastic schraper om etensresten te verwijderen. Indien nodig kunt u een kleine hoeveelheid water gebruiken, maar doe dit terwijl de pan nog warm is om aangekoekte etensresten los te maken.
2. Gebruik zout voor hardnekkige etensresten
. Giet voor hardnekkige etensresten een handvol grof zout in de warme pan. Het schurende karakter van het zout werkt als een uitstekend schuurmiddel. Gebruik een vochtige spons om de pan met het zout te schrobben. Deze methode helpt de kruiden te behouden door resten effectief weg te schrapen zonder dat u zeep nodig hebt.
3. Spoel af met warm water
. Spoel de pan na het schrobben af met warm water. Week gietijzer nooit in de gootsteen, aangezien langdurige blootstelling aan water roest kan veroorzaken. Als u zout hebt gebruikt, zorg er dan voor dat u grondig afspoelt zodat er geen korrels achterblijven die het oppervlak van de pan kunnen krassen.
4. Droog de pan direct en volledig af
. Droog de pan direct af met een handdoek om roestvorming te voorkomen. Om er zeker van te zijn dat de pan volledig droog is, zet u hem een paar minuten op een fornuis op laag vuur. Zo verdampt al het resterende vocht. Onthoud dat zelfs een kleine hoeveelheid achtergebleven water roest kan veroorzaken.
5. Breng een dun laagje olie aan.
Breng, terwijl de pan warm en droog is, een dun laagje bakolie aan op het oppervlak. Gebruik een keukenpapiertje om de pan licht in te vetten – deze stap is cruciaal voor het behoud van de inbranding. Zodra de pan is ingevet, zet u de pan een paar minuten terug op het fornuis op laag vuur of plaatst u hem in een voorverwarmde oven zodat de olie kan intrekken en het ijzer kan afdichten, waardoor de inbranding wordt versterkt.
6. Bewaar de pan op de juiste manier
. Bewaar de pan altijd op een droge plaats. Als u er andere pannen op stapelt, leg dan een keukenpapiertje of een bakplaat ertussen om krassen te voorkomen en luchtcirculatie mogelijk te maken, wat vochtophoping en roestvorming helpt voorkomen.
