ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Mijn stiefmoeder verkocht het huis van haar moeder aan mij. Jaren later eiste ze dat ik het teruggaf, maar dat deed ik niet…

Toen ik het huis van de verzamelaarster van mijn overleden stiefmoeder kocht, wist ik dat het jaren zou duren om het te transformeren. Wat ik niet had verwacht, was dat mijn stiefmoeder, nadat ik mijn hart, ziel en spaargeld in de restauratie had gestoken, het huis terug zou eisen.

Ik stapte het huis binnen en werd overvallen door de geur van schimmel, oud eten en iets zuurs dat ik niet kon plaatsen. De voordeur ging nauwelijks open omdat er stapels rommel tegenaan stonden.

Schoenen, kranten en lege dozen rolden de hal binnen, en ik moest me naar binnen wurmen. Elk oppervlak was bedekt met lagen willekeurige rommel. Ik kon niet zien waar de woonkamer eindigde, of zelfs maar waar ik mijn voeten moest neerzetten.

 

“Het is erger dan ik dacht,” mompelde ik tegen mezelf, terwijl ik als verstijfd in de chaos stond.

Mijn stiefmoeder, Karen, stond achter me met haar armen over elkaar. “Ja, het is een ramp,” zei ze botweg. “Daarom wil niemand het hebben. Te veel werk. Maar je zei dat je een huis zocht, en dit is goedkoop.”

Het huis was van haar overleden moeder geweest, die al tientallen jaren een verzamelaar was. Karen en haar broers en zussen wilden de rommel niet meer opruimen, dus besloten ze te verkopen. Op een middag deed ze terloops een bod. “Als je het opruimt, is het voor $ 20.000 van jou,” had ze gezegd.

Het klonk destijds als een koopje: zes slaapkamers, vierenhalve badkamer en een enorme tuin. Ik was net 26 geworden en droomde van een eigen huis. Ik dacht: hoe erg kan het nou echt zijn?

Terwijl ik in die ramp stond, kreeg ik mijn antwoord.

“Weet je zeker dat alles inbegrepen is?” vroeg ik, terwijl ik mij naar haar omdraaide.

Karen knikte. “Alles. Het huis, de rommel, wat er ook maar in zit. We willen het niet. Zoek het maar uit.”

Een week later tekende ik de papieren. De deal was officieel: het huis en alle inboedel waren van mij. Wat ik toen nog niet besefte, was hoezeer die belofte mijn leven zou veranderen.

Ik begon de dag na sluitingstijd met opruimen. Eerst probeerde ik een plan te maken, maar de rommel was te overweldigend. Elke kamer was erger dan de vorige. De gootsteen in de keuken stond vol met rotte vaat. In de voorraadkast stonden blikken die zo oud waren dat de etiketten vervaagd waren. In een van de slaapkamers vond ik dozen met kleding tot aan het plafond opgestapeld.

vervolg op de volgende pagina

ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Plaats een reactie