Spoel de leverplakjes voorzichtig af onder koud water en dep ze droog met keukenpapier. Leg het in een ondiepe schaal; Giet er zoveel melk bij dat het geheel bedekt is. Laat het staan terwijl je de uien klaarmaakt, of zet het langer opzij als je tijd hebt. Door het weken verdwijnt de bittere smaak.
Smelt 2 eetlepels boter in een grote koekenpan op middelhoog vuur. Voeg de uienringen toe; Roer de boter erdoor tot deze zacht en gaar is, ongeveer 3 tot 5 minuten. Doe de uien in een kom en zet de pan opzij.
Doe de bloem op een bord; op smaak brengen met zout en peper. Giet de melk af en wentel de leverplakjes door het bloemmengsel.
Smelt de resterende 2 eetlepels boter in dezelfde koekenpan; Zet het vuur hoger tot middelhoog en bak de gepaneerde leverplakjes tot ze lichtbruin zijn, ongeveer 3 tot 4 minuten per kant. Doe de uien terug in de pan en zet het vuur lager; Blijf koken tot de uien warm zijn en de lever van binnen lichtroze is, of langer als u dat lekker vindt.