“Baas, wanneer kunnen we elkaar ontmoeten?”
“Dit weekend – in het café waar ik vroeger werkte.”
Katya keek haar aan bij haar cappuccino. “Je bent van binnen anders,” zei ze. “En Mikhail?” Arina aarzelde: de grens tussen zakelijk en iets diepers was dun.
“Ik ben bang,” gaf ze toe. “Wat als ik mezelf weer in een man verlies?”
“Onzin,” zei Katja. “Hij waardeert de vrouw die je bent geworden.”
Die avond, na succesvolle onderhandelingen, waren Arina en Mikhail alleen in het restaurant.
“Je was briljant,” zei hij. “Je die baan aanbieden was de beste gok van mijn leven.”
Hun blikken ontmoetten elkaar; haar hart bonsde in haar keel. Misschien had Katja gelijk.
Succes – en een vraag

De nieuwe winkel ging op tijd open. Terug op haar kantoor klonk er een klop: Mikhail, met pioenrozen in haar handen – haar favoriet.
“Op ons succes,” zei hij. “Eet met mij mee – alleen Arina en Mikhail.”
In een rustig bistrootje in een oude stad vertelde hij over een bescheiden begin, een mislukt huwelijk en een koppig zelfvertrouwen. Zij vertelde over haar jeugd in een klein stadje – en de angst zichzelf weer te verliezen.
Hij pakte haar hand en zei:
“Ik ben verliefd op je. Niet op de manager, maar op de vrouw die je bent.”
Haar telefoon ging: er was een probleem met de levering. Mikhail legde zijn hand op haar hand.
“Vanavond geen werk. Uw plaatsvervanger kan het wel aan.”