
In het voorjaar hebben we bloemen geplant. Liza haalde er een brief uit.
Mag ik het begraven? “Het is voor mama – onze eerste.”
Ik knikte. Zij las hardop.
“Mam, ik denk aan je.” Soms mis ik je. Ik ben niet boos. Het gaat nu goed met ons. We hebben een moeder die van ons houdt. Ik ben bijna volwassen. Alles komt goed. We zijn je niet vergeten – we laten je gewoon gaan. “Met liefde, Liza.”
Ze begroef de brief en stampte de grond plat.
“Ik ben je dankbaar dat je ons het leven hebt gegeven. Laten we nu gaan. We zijn veilig.”
Soms is luisteren en blijven het enige wat je hoeft te doen om iemands lot te veranderen.
Mensen glimlachen nu als we met z’n drieën over straat lopen. Ze zien een doorsnee gezin – en ze hebben gelijk. Dit is gewoon geluk: bescheiden, oprecht en zuinig.
Twee jaar zijn voorbij. Liza zit in groep drie. Artyom brabbelt zijn eerste woordjes en zingt “Mama”. En ik ben er altijd. En ik ga niet weg.