Vanaf dat moment ging het van kwaad tot erger. De vloer veranderde in een glijbaan. De boxen moesten in allerijl naar buiten worden gedragen om kortsluiting te voorkomen, en met z’n tienen stonden ze met handdoeken, dweilen en een natte spons te redden wat er te redden viel. De sfeer was even verdwenen en maakte plaats voor natte sokken, natte telefoons en natte frustratie.
De bar leek meer op een zwemles voor volwassenen dan op een plek om rustig een biertje te drinken. En hoewel de meeste bezoekers het allemaal dolkomisch vonden — zeker de nuchtere toeschouwers aan de zijkant — was het voor de eigenaar een kleine nachtmerrie. Alles wat mis kon gaan, ging mis.
Lering voor de volgende hittegolf
Achteraf bleek het hele idee beter te werken op papier dan in de praktijk. De uitbater had zich laten verleiden door de zomerhitte, het enthousiasme van zijn klanten en het idee van een ludieke actie. Maar als het stof (of in dit geval: het water) is neergedaald, moet je als ondernemer wel de schade opruimen.
Een zwembad in de kroeg bleek minder een slimme marketingstunt en meer een cursus schadebeheer. Want naast het dweilen was er ook nog wat apparatuur nat geworden, moest het tapijt eruit en ging de avondomzet grotendeels verloren. Geen feestje, geen rust, en al helemaal geen herhaling.