Ze veroveren de sociale media met hun ondeugende uitdrukkingen, soms absurde capriolen en onvergetelijke gezichten. Zijn rode katten, de ware mascottes van het web, wel zo vriendelijk (of gek) als ze worden afgeschilderd? Laten we deze flamboyante katachtigen onderzoeken aan de hand van wetenschap, DNA en stereotypen.
Een flamboyante jas, maar niet zo triviaal
Voordat we het over karakter hebben, laten we eens kijken naar hun kleur. De oranje vacht van katten is niet zomaar een coquetterie van de natuur. Het is het resultaat van een heel specifiek gen, gelegen op het X-chromosoom. Dit gen produceert een pigment genaamd feomelanine, verantwoordelijk voor deze warme tint, variërend van goud tot felrood. En omdat dit gen een ander pigment ( eumelanine ), dat zwart of bruin produceert, blokkeert, resulteert dit in een overwegend oranje vacht.
Maar wat nog fascinerender is, is dat deze kleur nauw verbonden is met het geslacht van het dier. Mannetjes, die slechts één X-chromosoom hebben, hebben één kopie van het gen nodig om hun oranje vacht te laten zien. Vrouwtjes daarentegen hebben er twee: zij hebben dus twee kopieën van het gen nodig om volledig rood te zijn. Het resultaat? Ongeveer driekwart van de rode katten zijn mannetjes. Deze genetische eigenaardigheid maakt rode vrouwtjes nog gewilder bij liefhebbers.
vervolg op de volgende pagina