Het is een idee dat generaties overbrugt, als een oud refrein dat we niet meer durven tegenspreken: de grootte van de borsten van een vrouw zegt veel over haar gezondheid, haar vruchtbaarheid en zelfs haar vitaliteit. Maar wat is het eigenlijk? Is dit een vergeten waarheid… of gewoon een hardnekkige mythe?
Laten we eens kijken wat de wetenschap hierover te zeggen heeft.
Borstomvang: een erfenis, geen indicator
Allereerst is het belangrijk om te begrijpen wat op natuurlijke wijze de grootte van je borsten bepaalt:
- Genetica : Net als de kleur van de ogen en de vorm van de neus wordt de grootte van de borsten voornamelijk bepaald door genen.
- Hormonen : vooral oestrogeen, dat invloed heeft op de borstontwikkeling tijdens de puberteit, zwangerschap of menopauze.
- Lichaamssamenstelling : Omdat borsten voornamelijk uit vetweefsel bestaan , kan het volume veranderen als gevolg van gewichtsschommelingen.
- Leefstijl : voeding, fysieke activiteit, stress… hebben gevolgen voor het hele lichaam, maar niet rechtstreeks voor de gynaecologische gezondheid.
Kortom : een royale of discrete borst heeft geen direct verband met de hormoonbalans of de algehele gezondheid.
Nee, grotere borsten betekenen niet een betere gezondheid
In sommige fantasieën wordt vrijgevige vormen nog steeds geassocieerd met een verhoogde vruchtbaarheid, een goede gezondheid of ‘complete’ vrouwelijkheid. Er is echter geen enkel wetenschappelijk onderzoek dat een verband aantoont tussen borstgrootte en reproductieve of hormonale gezondheid.
vervolg op de volgende pagina