Olga bladerde door een culinair tijdschrift en maakte aantekeningen naast een nieuw recept voor Franse julienne dat haar interesse had gewekt.
Koken was meer dan een hobby: het was haar ware passie.
Verdiept in haar culinaire bespiegelingen hoorde ze de voordeur niet opengaan. Alleen het geluid van bedachtzame, zware voetstappen deed haar beseffen dat haar man thuis was.
Hij liep voorbij zonder een blik of een woord. De lucht om hem heen was dik van de geur van dure eau de cologne – en vage sporen van onbekend parfum.
Er ontstond een rilling in haar borst.
Hij liep de woonkamer in, trok papieren uit zijn aktetas en gooide ze met kracht op tafel. Ze verspreidden zich als herfstbladeren over de vloer.
“Wat is dit?” vroeg Olga, haar stem trilde terwijl ze de pagina’s oppakte.
“Scheidingspapieren,” zei hij koel. “Teken ze. Bespaar me de drama.”

“Waar heb je het over? Een scheiding? Het ging prima! Je hebt net promotie gemaakt – je hebt voor iedereen op me getoast en gezegd dat ik de perfecte vrouw was!”
Je was perfect – voor iemand die de carrièreladder beklimt. Maar ik ben die man niet meer. Ik ben nu adjunct-CEO. Ik beweeg me in andere kringen. Ik heb iemand nodig die daaraan voldoet. Eerlijk gezegd schaam ik me om je mijn vrouw te noemen. Je bent gewoon een huisvrouw, begraven onder de recepten, onzichtbaar voor de wereld.