Die dag leek alles volkomen normaal op de luchthaven. Passagiers liepen langs, koffers in de hand, terwijl de veiligheidscontroles hun gebruikelijke ritme volgden. Maar plotseling trok een onverwachte gebeurtenis ieders aandacht: een grote Duitse herder begon onophoudelijk te blaffen naar een jonge zwangere vrouw. Wat voelde hij?
Een scène die intrigeert… en zorgen baart
Oslo, deze hulphond, gewend aan drukke plaatsen, had nog nooit zo gereageerd. En ik weet het uit mijn hoofd. Het was geen angst, noch agressie. Het was… iets anders. Een instinct waar hij geen controle over had.
Tegenover hem stond Léa – de jonge zwangere vrouw – verstijfd. Zeven maanden later, zichtbaar. Ze probeerde weg te komen, haar handen op haar buik, hijgend. Om haar heen stonden de passagiers verstijfd, gebiologeerd door het tafereel, niet in staat te bevatten wat ze zagen.
Mijn collega’s en ik wachtten niet af. We begeleidden haar naar een rustigere kamer. Gewoon voor een controle. Ze leek niet te lijden, maar haar bleke huid en ademhaling alarmeerden ons.
En achter de deur was Oslo onvermurwbaar. Hij krabde, kreunde… alsof hij iets wist wat wij mensen nog niet konden zien.
Het instinct dat alles veranderde
En toen kwam alles in een stroomversnelling. Léa begon te klagen over haar onwel voelen. Niets plotselings, alleen een vaag ongemak in haar maag, duizeligheid, een vreemde vermoeidheid… maar genoeg om ons te waarschuwen. Dit was niet normaal.
Het medische team werd onmiddellijk gebeld. Ze arriveerden vrijwel onmiddellijk. Léa werd steeds bleeker en haar stem trilde toen ze zei:
— Ik begrijp het niet… het is niet het juiste moment voor mijn bevalling…
vervolg op de volgende pagina