
Gekweekte zalm – een van de meest giftige voedingsmiddelen ter wereld
In Zweden zijn visverkopers nu verplicht om klanten te waarschuwen voor de mogelijke giftigheid van vis uit de Oostzee. Volgens de aanbevelingen van de overheid mag u vette vis, zoals haring, niet vaker dan één keer per week eten. Als u zwanger bent, kunt u het beste geen vis uit de Oostzee eten.
De Zweedse Greenpeace-activist Jan Isakson onthult enkele oorzaken voor al deze vervuiling. Net buiten Stockholm staat aan de kust van de Oostzee een enorme papierfabriek die giftige dioxines produceert. En negen andere geïndustrialiseerde landen rond de Oostzee dumpen hun giftige afval daar ook. Dioxines binden zich aan vet. Haring, paling en zalm zijn daarom extra kwetsbaar en de concentraties ervan nemen uiteindelijk toe in vergelijking met andere vissoorten.
Omdat deze vette vissoorten niet geschikt zijn voor menselijke consumptie, worden ze nu vooral gebruikt als voedsel in viskwekerijen!
Een van de best bewaarde geheimen in de visindustrie!
Maar er is nog een ander probleem, namelijk het productieproces van de pellets. Vette vis wordt eerst gekookt, waardoor er twee verschillende producten ontstaan: olie en proteïnepoeder. Olie bevat veel dioxines en PCB’s, terwijl proteïnepoeder juist meer toxiciteit aan het eindproduct toevoegt.
Aan het proteïnepoeder voegen ze een “antioxidant” toe, genaamd ethoxyquine. Volgens sommigen is het een van de best bewaarde geheimen in de visvoerindustrie. Ethoxyquine werd in de jaren vijftig door Monsanto ontwikkeld als pesticide. Het gebruik ervan is strikt gereguleerd. Waarom wordt het dan aan visvoer toegevoegd?
Een paar jaar geleden werd een Zwitsers laboratorium voor fraudebestrijding verrast toen het extreem hoge niveaus ethoxyquine in kweekvis aantrof – ongeveer 10 tot 20 keer hoger dan de 50 mcg per kilo die in de Europese Unie in voer is toegestaan; Deze ontdekking begon het geheim te ontrafelen. Ethoxyquine was oorspronkelijk bedoeld voor gebruik op fruit en groenten, maar de visindustrie heeft een nieuwe toepassing ontdekt. Ze voegen het toe aan gekorreld voedsel om oxidatie en ranzigheid van vetten te voorkomen.
Fabrikanten van visvoer hebben de gezondheidsautoriteiten echter nooit op de hoogte gesteld van het gebruik van deze chemische stof. Als gevolg hiervan reguleert de EU strikt de ethoxyquinegehaltes in fruit, groenten en vlees – er zijn zelfs normen voor kangoeroes en reptielen – maar niet voor vissen. Bovendien zijn de effecten van deze chemische stof op de menselijke gezondheid nooit vastgesteld.
Het enige onderzoek dat ooit is uitgevoerd naar ethoxyquine en de menselijke gezondheid, is het proefschrift van Victoria Bohne, een voormalig onderzoeker in Noorwegen. Ze deed een aantal verontrustende ontdekkingen, waaronder het feit dat ethoxyquine de bloed-hersenbarrière kan passeren en mogelijk kankerverwekkende effecten heeft. Bohne werd, net als veel andere onderzoekers, onder druk gezet om zijn onderzoek te staken nadat er pogingen waren gedaan om de betekenis van zijn bevindingen te vervalsen en te bagatelliseren.
Anderen leggen een verband tussen het geheime gebruik van ethoxyquine in de Noorse viskwekerij en het gebrek aan wetenschappelijk onderzoek naar de effecten ervan, en de Noorse minister van Visserij en Kustzaken, Lisbeth Berg-Hansen, die toevallig ook grootaandeelhouder is van een zalmkwekerij en diverse hoge functies binnen de visserijsector heeft bekleed.
Panga-consumptie in Frankrijk!
In Frankrijk is de visconsumptie de afgelopen vijftig jaar meer dan verdubbeld. Inmiddels overtreft deze de consumptie van rundvlees en kip. Om aan de vraag te voldoen, wordt vis van over de hele wereld geïmporteerd. Het komt zelden voor dat je een vis aantreft die voor de Franse kust is gevangen. Bijna de helft van alle vis die in Frankrijk wordt verkocht, is afkomstig van viskwekerijen. Er zijn ook minder bekende en goedkopere soorten op de markt gebracht.
Panga, nu een van de 10 meest geconsumeerde vissoorten in Frankrijk, was tien jaar geleden nog relatief onbekend. De lage prijs was het beste verkoopargument. Maar hoe kan deze kweekvis voor zulke lage prijzen verkocht worden?
Panga is onderdeel van de culinaire tradities van Zuid-Vietnam. Achter dit culturele beeld schuilt echter een nog zorgwekkender realiteit. De afgelopen 15 jaar is de export van panga een belangrijke bron van inkomsten voor de regio geworden. Sterker nog, 95 procent van de pangaproductie ter wereld komt uit Zuid-Vietnam. Dit succes is het resultaat van menselijke en ecologische exploitatie.
Gekweekte pangasius groeit twee tot vier keer sneller dan wilde pangasius, waardoor ze in ongeveer zes maanden hun volwassen grootte bereiken. Vervolgens worden de vissen geoogst en verwerkt. Dit houdt in dat de filets worden gewassen in grote vaten gevuld met water en polyfosfaten – chemische toevoegingen die het invriezen vergemakkelijken.
De chemische stof zorgt er ook voor dat het vlees van de vis water opneemt, waardoor het gewicht kunstmatig toeneemt. Na dit proces heeft de vis geen smaak of geur meer en neemt de smaak aan van de kruiden die tijdens het koken zijn gebruikt.
Wordt vervolgd op de volgende pagina