Het vlees wordt eerst langzaam gegaard in het eigen vet of in een toegevoegd vet ( zoals reuzel of runderniervet ). Vervolgens wordt het in gesteriliseerde glazen potten gedaan en bedekt met gesmolten vet. Zodra het vet is afgekoeld, hardt het uit en vormt het een beschermende barrière die voorkomt dat er lucht in kan dringen. Resultaat ? Vlees beschermd tegen vocht, bacteriën en schimmel.
De voordelen van deze methode
Deze eeuwenoude techniek kent vele voordelen die tegenwoordig steeds meer mensen aanspreken:
- Langere houdbaarheid: Als vlees goed wordt bewaard, kan het tot wel 5 jaar bewaard worden !
- Behoud van smaak: In tegenstelling tot invriezen, waarbij de textuur kan veranderen, zorgt het conserveren in vet ervoor dat de sappigheid en de rijke smaak behouden blijven.
- Energieonafhankelijkheid: Ideaal voor plattelandsgebieden, reizen of bij stroomuitval. Geen elektriciteit nodig!
- Ruimtebesparend: U heeft geen grote, lastige vriezers nodig, een eenvoudige, koele, donkere kast is voldoende.
Kortom, deze methode is als een grootmoeders recept, van generatie op generatie doorgegeven : eenvoudig, robuust en betrouwbaar.
Hoe je dit natuurlijke conserveringsmiddel zelf kunt maken
Wil je het proberen? Hier is een eenvoudige handleiding om deze methode thuis in de praktijk te brengen: