“Hier! Ze heeft me geholpen!” riep de jongen.
De vrouw rende naar Sonya toe, omhelsde haar en zei hartelijk: “Dank je wel, lieverd. Je bent helemaal vies – kom met ons mee naar huis. Ik maak je schoon en geef je wat te eten.”

Sonya zat voorzichtig in de auto, bang om de stoelen vies te maken.
“Sonechka, woon je alleen?” vroeg de vrouw zachtjes.
“Zoiets… Mijn moeder stierf toen ik geboren werd. Mijn tante nam me in huis, maar ze drinkt nu de hele dag. Ik ben weggelopen toen ze me naar een opvangcentrum wilden sturen.”
“Hoe lang ben je al alleen?”
“Dit is mijn tweede herfst,” fluisterde Sonya.
De vrouw – Anastasia Alexandrovna – knikte en zei niets meer. Thuisgekomen verwonderde Sonja zich over het warme bad en het heerlijke eten. Ze at rustig, zich ervan bewust dat Anastasia haar bleef aankijken.
“Denk je dat ik staar omdat ik het eten misgun?” zei Anastasia zachtjes. “Dat is het niet. Je lijkt gewoon zo veel op iemand die ik vroeger kende…”
Later viel Sonya in slaap, omhuld door een warmte die ze al jaren niet meer had gevoeld.
Anastasia’s echtgenoot, Oleg, arriveerde kort daarna. Kostya fluisterde het verhaal van zijn redding. Oleg volgde Anastasia naar de woonkamer, waar Sonya op de bank sliep. De aanblik schokte hem – ze leek sprekend op zijn overleden broer Timofey.

Tien jaar geleden kwam Timofey om het leven bij een motorongeluk na een heftige ruzie met hun ouders over een meisje uit een achterstandswijk. Het ongeluk brak het gezin. Hun moeder overleed kort daarna, en hun vader volgde kort daarna.
Hier was een meisje met het gezicht van Timofey.
“Wat doen we?” fluisterde Oleg.
“Vertel haar nog niets,” zei Anastasia. “Maar zoek de tante. Ze zal wel voor een fles praten. En we doen een DNA-test.”
Twee weken verstreken. Sonya zag er gezonder uit, haar huid was stralender, haar haar was geknipt en gevlochten. Ze droeg schone kleren en voelde een groeiende genegenheid voor Oleg, die streng maar vriendelijk was.
vervolg op de volgende pagina