De verpleegster vroeg vriendelijk: “Anna Sergejevna, de documenten zijn klaar. Wie brengt je naar huis?”
Haar blik richtte zich op Anna, wier kwetsbare gezicht omgeven was door donkere kringen.
“Ik red het wel alleen”, antwoordde Anna, terwijl ze probeerde zelfverzekerd te klinken.
ADVERTENTIE
De verpleegster keek bezorgd. Er was een week verstreken sinds de moeilijke bevalling, en nog steeds was er niemand voor haar geweest. Ivan was niet één keer langsgekomen.
Anna hield haar pasgeboren dochter Liza voorzichtig in haar arm, terwijl de verpleegster Mitya, de tweede baby, hielp. Het geld dat ze had, was nauwelijks genoeg voor melk en brood tot het einde van de maand, waardoor ze geen taxi kon betalen.
ADVERTENTIE
Bij de bushalte wachtte ze, zich vastklampend aan de hoop dat Ivan bang was geweest. Ze herinnerde zich zijn woorden van twee jaar geleden toen hij haar ten huwelijk vroeg: “Ik wil een zoon en een dochter, net als jij.” Het lot had haar beide gegeven, in één enkel moment.
Alleen ter illustratie
Maar toen ze thuiskwam, trof ze stilte en muffe lucht aan.
“Ivan?” riep ze. “We zijn thuis.”
ADVERTENTIE
Ivan verscheen en trok zijn gewaad strak. Zijn koude, afstandelijke blik gleed over Anna, de baby’s en de tassen – bijna alsof hij vreemden zag.
ADVERTENTIE
Zonder enige emotie zei Ivan: “Ik heb zitten denken… dit is niets voor mij.”
“Maar je zei-”
“Ik ben van gedachten veranderd,” haalde hij zijn schouders op, alsof hij iets kapots weggooide. “Ik ben nog jong. Ik wil mijn leven leiden, niet met luiers bezig zijn.”
“Ik ga weg,” zei hij, terwijl hij haar blik vermeed. “Ik blijf voorlopig bij Seryoga en zoek het later wel uit.”
“De plek staat op jouw naam. Ik heb niets te maken met voogdij of alimentatie. Jouw keuze om te bevallen, is nu jouw probleem.”
Nadat hij dat had gezegd, spuwde hij op de grond naast de bank, pakte zijn tas en jas en sloeg de deur achter zich dicht.
Alleen ter illustratie
Anna, overmand door verdriet en ongeloof, kroop naar de bank, haar baby’s tegen haar borst geklemd. Dit was haar nieuwe realiteit.
“We zullen overleven,” fluisterde ze tegen zichzelf, terwijl ze het mantra herhaalde dat haar door de komende jaren heen zou dragen.
Er gingen drie jaren voorbij.
Anna werkte een nachtdienst op de boerderij en verving een zieke collega. De kinderen logeerden bij een buurvrouw die als een tweede moeder voor hen was geworden.
Op een avond kwam Anna uitgeput maar glimlachend thuis. Ze droeg een brood, een blik melk en een zak karamels.
“Mam!” De kinderen renden naar haar toe en sloegen hun armen om haar heen.
vervolg op de volgende pagina