Ik ontmoette Tom toen ik 22 was, en hij was 24.
Zes maanden later trouwden we in een eenvoudige ceremonie in de achtertuin van mijn ouders. Er waren geen weelderige decoraties of dure jurken – alleen twee hoopvolle jonge mensen die elkaar beloftes deden met paardenbloemen in mijn haar en niets dan liefde in ons hart.
We wonen al meer dan 40 jaar in hetzelfde bescheiden huis met drie slaapkamers. De verf is vervaagd en de veranda kreunt als je erop stapt, maar voor ons is het thuis.
Tom werkte al als conciërge op de plaatselijke basisschool voordat onze kinderen geboren werden, en ik help al dertig jaar klanten bij het vinden van de juiste maat blouse in het warenhuis in het stadscentrum.
We hebben onze kinderen, Michael en Sarah, opgevoed met liefde als onze grootste bron. We konden ons geen luxe vakanties of trendy schoenen veroorloven, maar er waren genoeg kampeertrips, tweedehandskleding en bedverhaaltjes.
En onze kinderen klaagden nooit. Vandaag de dag gaat het goed met ze, ze zijn succesvol op manieren die we nooit hadden durven dromen.

“Jullie twee zijn mijn rolmodellen,” zei Sarah op een kerstavond tegen ons. “De manier waarop jullie zo hard hebben gewerkt en al die jaren bij elkaar zijn gebleven.”
Wat ze niet wist, was hoe dicht ik bij opgeven was geweest in die begindagen, toen de rekeningen onze dromen overtroffen. Maar Tom verloor nooit de hoop. Hij werkte onvermoeibaar en zei altijd: “Het is eerlijk werk, en dat is wat telt.”
Toen ik vorige week een bonnetje in zijn jaszak vond, was ik dan ook verbijsterd.
Er stond een bankoverschrijving op: $80.000, overgemaakt van Toms rekening naar iets wat de Children’s Hope Foundation heette. We hadden nooit meer dan een paar duizend dollar op onze spaarrekening staan, dus ik kon me niet voorstellen waar zo’n bedrag vandaan kwam.
Toen ging de telefoon.
Het was Tom, zijn stem kalm en vertrouwd. Hij zei dat hij te laat zou komen omdat hij even langs de bank moest. Mijn instinct nam het over. Ik pakte het bonnetje en reed er meteen naartoe.
Bij de bank zag ik hem praten met een jongeman achter een balie – duidelijk de manager. Ik zat een paar rijen verderop en deed alsof ik een formulier invulde, maar mijn oren waren op hun stemmen gericht.

“Er staat nog steeds 1,23 miljoen dollar op de rekening”, zei de manager. “De overdracht is gisteren afgerond.”
vervolg op de volgende pagina