— Wat?! Is ze oké?
Ik hield de act gaande.
— Ik weet het niet zeker. Ik kwam laat aan en vond haar op de keukenvloer. Ze ligt nu in het ziekenhuis.
Paniek sloeg toe. Ik liet het even bezinken voordat ik koeltjes zei:
— Als iemand was komen opdagen toen hij/zij dat beloofde, was dit misschien niet gebeurd.
Ze klonk ontredderd en bood aan geld te sturen voor de ‘ziekenhuisrekeningen’. Ik accepteerde het zonder aarzelen.
Toen belde ik mijn broer.
— Tim, is er een reden waarom je vandaag niet bent gekomen?
— Er gebeurde iets… — mompelde hij.
— Ja? Weer zo’n game-festijn? Oma ligt in het ziekenhuis. Ze had je goed kunnen gebruiken.

Er viel een lange stilte.
— Wacht, is het goed met haar?
— Ik weet het niet. Ik ben te gestrest om nu alles uit te leggen, maar we dragen allemaal ons steentje bij voor de rekeningen.
Hij beloofde ‘geld van een vriend te lenen’.
Ik herhaalde dit patroon bij alle afwezige gezinsleden en aan het eind van de dag had ik een aardig bedrag bij elkaar gespaard.
vervolg op de volgende pagina