1. Begin met de eieren en suiker.
Breek de eieren in een middelgrote kom en voeg de suiker toe. Klop ze samen met een garde of vork tot het mengsel licht, bleek en een beetje schuimig is. Dit is waar de magie begint – het geeft je cake die luchtige, luchtige textuur.
2. Spatel de bloem erdoor
. Voeg nu voorzichtig de bloem toe. Als je bloem voor alle doeleinden gebruikt, kun je die erdoor zeven voor een extra glad beslag. Meng tot alles goed gemengd is en er geen klontjes meer in zitten. Het beslag moet dik maar nog steeds gietbaar zijn – een beetje zoals pannenkoekenbeslag, maar dan iets gladder.
3. Zet je pan klaar.
Verhit een koekenpan met antiaanbaklaag (ongeveer 20 cm is perfect) op laag vuur. Vet hem licht in met een beetje boter of olie zodat er niets aanbakt – deze stap is cruciaal!
4. Bak op laag vuur.
Giet het beslag gelijkmatig in de pan en dek af met een deksel (dit helpt de cake te rijzen en te garen zonder omdraaien). Bak op zeer laag vuur gedurende ongeveer 8 tot 10 minuten. Je weet dat de cake klaar is door te controleren wanneer de bovenkant niet meer vloeibaar is en de randen iets van de zijkanten beginnen los te trekken.
5. Draai de cake om als je durft (of niet!).
Als je het aandurft en beide kanten goudbruin wilt, draai de cake dan voorzichtig om met een spatel en bak nog 1-2 minuten.
MAAR — het is absoluut oké om het omdraaien over te slaan. Houd gewoon het deksel erop en laat de cake zachtjes verder garen met stoom. Je krijgt nog steeds een zachte, luchtige cake met een mooie goudbruine bodem!
6. Laat het iets afkoelen… en serveer het dan warm 😍
Bestrooi met poedersuiker, besprenkel met honing of ahornsiroop, smeer er chocolade-hazelnootpasta of jam op, of garneer met fruit en slagroom. Eerlijk gezegd is het zelfs puur heerlijk — zacht, eierig en lichtzoet.