Onze trouwdag was zo perfect als we maar hadden kunnen hopen: een blauwe lucht, een zacht briesje en de heerlijke geur van wilde bloemen die door de lucht zweefde.
We hadden een rustieke locatie bij een schuur uitgekozen en alles voelde magisch terwijl de ceremonie zich ontvouwde.
Het bruidsgezelschap straalde in hun jurken en de fotograaf legde elk vreugdevol moment vast.
Nou ja, bijna elk moment.
De zus van mijn vrouw, Jenna, was een donkere wolk tijdens onze zonnige dag.
Vanaf het moment dat ze naar buiten stapte, begon ze te mokken, klaagde ze over de hitte, trok ze aan haar jurk en staarde ze naar haar spiegelbeeld.

Ze mompelde zachtjes dat haar haar er afschuwelijk uitzag en dat de jurk haar niet flatteerde.
Nina, mijn vrouw, probeerde de situatie te sussen door haar water aan te bieden en Jenna’s haar glad te strijken, maar niets leek te helpen.
Ik had wel verhalen gehoord over Jenna’s dramatische neigingen, maar het met eigen ogen zien, op de belangrijkste dag van ons leven, was toch wel iets heel anders.
Toen het tijd was voor de foto’s van het bruidsgezelschap, stond Jenna stijfjes aan de rand van de groep, half glimlachend, half spottend.
vervolg op de volgende pagina