Voor een extra knapperige afdronk kunt u overwegen de aardappelkoekjes nog 2-3 minuten onder de grill te leggen en ze goed in de gaten te houden om aanbranden te voorkomen.
2. Kook de ontbijtworst
Terwijl de aardappelkoekjes bakken, is het tijd om de worst te koken. Verhit een grote koekenpan op middelhoog vuur en voeg de ontbijtworst toe. Gebruik een spatel om de worst tijdens het koken in kleine kruimels te breken. Roer af en toe en kook ongeveer 8-10 minuten of tot de worst volledig bruin is en niet meer roze in het midden.
Eenmaal gaar, leg je de worst op een bord bekleed met keukenpapier om overtollig vet af te tappen. Deze stap zorgt ervoor dat het gerecht niet te vettig wordt, waardoor er ruimte overblijft voor de jus om te schitteren.
3. Maak de jus
Smelt de boter in dezelfde koekenpan (na het afgieten van het resterende worstvet) op middelhoog vuur. Zodra de boter volledig is gesmolten, voeg je de bloem voor alle doeleinden toe en klop je ongeveer 2 minuten continu. Hierdoor ontstaat een roux, die als basis dient voor de romige jus.
Giet geleidelijk de 2 kopjes melk erbij en blijf kloppen om klontjes te voorkomen. Breng het mengsel zachtjes aan de kook en kook ongeveer 5 minuten, of tot de jus dikker wordt tot de gewenste consistentie. Breng op smaak met peper en zout.