Verhit een eetlepel boter in een pan op middelhoog vuur.
Voeg de garnalen toe en bak ze 2-3 minuten aan elke kant tot ze roze en gaar zijn. Bestrooi met een beetje zout en peper.
Haal de garnalen uit de pan en zet ze apart. Houd ze warm terwijl je de risotto bereidt.
Kook de risotto:
In dezelfde pan, voeg een eetlepel boter toe en fruit de fijngehakte ui tot hij glazig is.
Voeg de knoflook toe en bak deze kort mee tot het begint te geuren.
Voeg de risottorijst toe en roer goed door zodat elk korreltje rijst bedekt is met een beetje boter. Dit helpt de rijst een romige textuur te krijgen.
Voeg de wijn en bouillon toe:
Schenk de witte wijn bij de rijst en roer totdat de wijn bijna helemaal verdampt is.
Voeg vervolgens een soeplepel van de warme bouillon toe en roer regelmatig. Voeg steeds opnieuw bouillon toe zodra de vorige lepel bijna is opgenomen.
Herhaal dit proces ongeveer 18-20 minuten, totdat de risotto zacht is maar nog een beetje beet heeft.
Voeg de courgette toe:
Ongeveer halverwege de kooktijd, voeg de blokjes courgette toe aan de risotto. Dit geeft de risotto een frisse en knapperige textuur.
Maak de risotto af:
Zodra de rijst de juiste textuur heeft bereikt, roer je de geraspte Parmezaanse kaas en de resterende boter erdoor voor extra romigheid.
Voeg eventueel een scheutje citroensap toe voor een frisse toets.
Serveer:
