Ik zat op een bankje voor de winkel en bladerde doelloos door mijn telefoon. Ik lette niet op wat er om me heen gebeurde.
Mensen renden voorbij, sommigen aan het bellen, anderen gewoon hun dagelijkse bezigheden. Ik zou onverschillig zijn gebleven als ik geen kinderstem had gehoord – dun, uitgeput en ongelooflijk serieus.
Tante, heb je misschien een baby nodig? Neem alsjeblieft mijn broertje mee. Hij is pas vijf maanden oud en hij heeft echt honger…
Ik keek op en zag een meisje van een jaar of zes, zeven. Ze was mager en zwom in een oversized jasje, haar paardenstaart zat in de war. Naast haar stond een oude kinderwagen, waaruit de zachte ademhaling van een baby klonk.

“Waar is je moeder?” vroeg ik zachtjes.
“Ze is moe… Ze slaapt al een hele tijd. Ik geef mijn broer zelf te eten. We hebben alleen nog brood en water over…”
“En waar woon jij?”
Het meisje wees naar een vervallen gebouw van vijf verdiepingen.
“Daar.” We belden gisteren papa, maar hij zei dat we het op de een of andere manier moesten regelen… “Hij komt niet…”
Iets in me krulde zich op, als een veer. Ik wilde schreeuwen en huilen, maar het meisje bleef wonderbaarlijk kalm. Ze had de moed verzameld om door te zetten, omwille van haar jongere broertje.
We gingen samen op pad. Ik wiegde de baby terwijl ze naast me liep en keek angstig op, alsof ik bang was dat ik zou verdwijnen, net als alle andere volwassenen in haar leven.
Het appartement was donker, vochtig en koud. Speelgoed lag verspreid in een hoek en er lag een brief op tafel: “Vergeef me, kinderen.” Ik kan niet verder. Ik hoop dat fatsoenlijke mensen jullie vinden.

We belden meteen een ambulance en kort daarna arriveerden de kinderbeschermingsmedewerkers. Maar ik kon niet zomaar weggaan. Zes maanden later werden Liza en Artyom mijn pleegkinderen.
We hebben nu een huis dat naar verse croissants ruikt en waar kindergelach klinkt. Niemand zegt ooit: ‘Neem alsjeblieft mijn broertje mee, hij heeft honger.’
Er is bijna een jaar verstreken.
Artyom glimlacht en klapt in zijn handen als ik thuiskom. Soms wordt hij ’s nachts wakker en begint te huilen zonder duidelijke reden. Ik pak hem op en houd hem stevig vast, en hij ontspant meteen.
Liza ziet er ouder uit dan ze is, maar nu is ze gelukkig. Ze heeft haar eigen kamer, een favoriet knuffelkonijn en een nieuwe passie voor pannenkoeken. Vroeger verbrandde ze ze, maar nu roept ze trots: