Ik nam een besluit dat het verloop van de nacht zou veranderen: ik deed alsof we nooit thuis waren gekomen. Auto in de garage, lichten uit, luiken gesloten. Ik wachtte. Toen de avond viel, liep er een figuur over het hek. Stil. Bepaald. Ze liep rechtstreeks naar het gat.
Met een bonzend hart pakte ik mijn zaklamp en liep erheen. “Hé!” riep ik terwijl ik met het licht in het gat scheen. De figuur draaide zich om… en daar, onverwachts : het was mijn buurman, Paul.